Gabriël
(Hebreeuws)
Kracht of macht van god, mijn macht als god. In het Nieuwe Testament is Gabriël een van de aartsengelen die in de tegenwoordigheid van God staan en die zou zijn gezonden om aan Maria de geboorte van Jezus bekend te maken (Lucas 1:19, 26-31). Onder de nazarenen werd hij Aebel Zivo genoemd en ook wel Gabriël Legatus (Gabriël de Boodschapper). Onder de joden werd Gabriël later tot een van de zeven aartsengelen gerekend, hetzelfde zien we in de christelijke theologie waar hij lid zou zijn van de hiërarchie van aartsengelen en misschien wel de eerste daarvan zou zijn, die dezelfde figuren zijn als de maagdelijke engelen of kumara’s (SD 2:246).
Volgens het volksgeloof waakt de engel Gabriël over Iran of Perzië. En in het visioen van Ezechiël van de cherubijnen of de vier heilige dieren, zou Gabriël de arend zijn. In de oude astrologie was hij de heerser van de maan en het teken Stier.
Onder de gnostici was het begrip ‘geest’ of ‘Christos’ de boodschapper van het leven en werd ook Gabriël genoemd, die volgens de verklaring van Irenaeus de plaats van de Logos innam die was geboren uit de kosmische Moeder of Heilige geest, terwijl de Heilige geest een zou zijn met de aeon, het kosmische leven. Gabriël is ook één met de hogere ego of de innerlijke godheid.
Gaganesvara
(Sanskriet)
De god van de lucht of hemel, de god van hen die bewegen. Titel van Garuda vanwege zijn indrukwekkende schittering, want Garuda stelt een occulte kant van de zon voor, vooral als de occulte god van de migrerende en rondzwervende monaden binnen het zonnestelsel. Garuda wordt vaak afgebeeld als een vliegende of lopende vogel.
Gah
(Pahlavi-Perzisch)
Volgens de overleveringen van Zoroaster kan een dag worden verdeeld in vijf perioden of
Gahambars
(Pahlavi-Perzisch) [
In het zoroastrianisme zijn de gahambars zes perioden met betrekking tot de cyclische evolutie van de wereld. Deze zijn inclusief Maidyōizaremaya die staat voor de periode waarin de hemelen werden gemaakt; Maidyōiśema toen het water tevoorschijn kwam; Paitishahya toen de aarde hard werd; Ayāthrima toen het plantenrijk opkwam; Maidyāirya toen het dierlijke leven verscheen en Hamaspathaēdaya toen de mens verscheen. Een zevende cyclus zou na een andere bepaalde cyclus moeten komen waarna de Perzische messias te paard zal verschijnen (BCW 3:462).
Gaia
(Grieks) Ook
Een van de oudere goden die wordt beschreven als het eerste wezen dat aan Chaos ontsprong en het leven gaf aan Ouranos (hemel) en Pontos (zee). Toch was het door Ouranos dat Gaia de titanen, cyclopen en hecatoncheiren (honderdhandigen) geboren liet worden. Deze schijnbare onjuistheid of tegenstrijdigheid komt deels door de verschillende betekenissen van het woord aarde, dat zowel oorspronkelijke materie kan betekenen in de staat van vorming, nog voordat de aarde een gevormde vaste bol was, óf de aarde die al is gevormd.
Gaia is dus in een opzicht gelijk aan aditi of de grote kosmische diepte. Met Chaos en Eros vormt Gaia de oorspronkelijke drie-eenheid. Gaia wordt voorgesteld door zijn initiaal, de gamma, die ook de derde letter van het Griekse alfabet is en zo het derde stadium van kosmische evolutie aangeeft. In haar hoedanigheid van oorspronkelijke moeder wordt ze aanbeden als de verzorgster en voedster van alle dingen, ook als de godin van de dood naar wie alles moet terugkeren.
Gambanteinn
(IJslands) Ook
In Skirnismal van de IJslandse Edda is Gambanteinn een magische staf waarmee Skirner (straling), de boodschapper van de god Frey, probeerde de reuzin Gerd (een ras van mensen) te verleiden. Het verhaal lijkt te gaan over een avatarische afdaling naar de wereld van mensen.
Gamma
Derde letter van het Griekse alfabet.
Als hoofdletter staat het vaak voor Gaia, de godin of godheid van de aarde, dat in zijn kosmische aspect het derde stadium van evolutie laat zien. Alfabetisch komt het overeen met de gimel ( Ǡ ), de derde letter van het Hebreeuwse alfabet.
Gan
(Hebreeuws)
Soms Gan-Aeden of Gandunia. De Hof van Eden. Op Assyrische kleitabletten wordt die weergegeven als gan-dunya’s of gan-dunu, wat ook de naam is van Babylonië.
Gana
(Sanskriet)
Een groep, kudde, een massa, een getal, klasse, enz. Als meervoud wordt gana gebruikt voor troepen en klassen van lagere goden (devata’s) die worden geacht de dienaren van Śiva te zijn en onder het speciale toezicht van de god Ganesha te vallen (vaak gebruikt in samengestelde vormen als Ganadevata of Ganadeva’s). Deze hemelse wezens zouden naar men zegt maharloka bewonen:
Zij zijn de heersers van onze kalpa (cyclus) en daarom worden zij kalpadhikarinen genoemd, of heren van de kalpa’s. Zij bestaan slechts ‘een dag’ van Brahmā. (TG 124)
Ook een reeks sterren of huizen van de maan die in drie klassen worden onderverdeeld: goden, mensen en rakshasa’s.
Gandharva(’s)
(Sanskriet)
Hindoe deva’s of goden die hemelse zangers of musici worden genoemd. Esoterisch gezien zijn zij middelaars tussen de goden en de mensheid, vandaar dat zij ook wel de leraren van de mensheid worden genoemd, voor wat betreft de geheime kennis.
De gandharva van de
De hemelse partners of śakti’s van de gandharva’s zijn de
De gandharva’s komen overeen met de verschillende klassen van Griekse daimonen of met de klassen van engelen van de christenen; de hoogste klassen van engelen of de hoogste gandharva’s zijn gelijk aan de hogere dhyani-chohans. Zij zijn de intelligente groepen wezens in de kosmische economie, bij tijden actief en dan weer passief voor het uitwerken van het karmische lot.
Ganesha
(Sanskriet)
De god van wijsheid van de hindoes, de zoon van Śiva die zijn menselijke hoofd verloor, wat werd vervangen door dat van een olifant. Aangezien hij degene is die belemmeringen uit de weg ruimt wordt hij vaak aangeroepen aan het begin van een belangrijke onderneming of activiteit en wordt ook bijna altijd genoemd aan het begin van een boek. In enkele opzichten is hij dus gelijk aan de Egyptische Thoth of Thoth-Hermes, de schrijver van de goden. Ganesha is het hoofd of de baas van de menigten van lagere geestelijke entiteiten — wat niet anders kan als hij ook een god van wijsheid moet zijn die kosmische werken voor elkaar moet krijgen met behulp van lagere hiërarchieën van intelligente en half-intelligente wezens, waarvoor hij optreedt als hun dirigent of gids bij het vormen en leiden van de natuur.
Ganga
(Sanskriet)
De heilige rivier van India. In de Purāṇa’s en andere oude verhalen van India verandert de godin Ganga zichzelf in een rivier die uit de grote teen van Vishṇu stroomt. Men zegt dat zij uit de hemel is afgedaald naar aanleiding van de smeekbeden van Bhagiratha om de as van de 60.000 zonen van koning Sagara te zuiveren. Die zonen waren verteerd door de boze blik van de wijze Kapila.
De Ganges was net zoals vele andere oude en veel aanbeden rivieren, een embleem van het stromen van geest naar stof, of van de hemelse werelden naar de materiële, of de occulte krachten met inbegrip van de stromen van wijsheid en kracht die neerdalen uit de hemel naar de aarde, of van goden naar de mens. Dit is een idee dat als dat eenmaal goed is begrepen voor eeuwig in het denken van de mensen de werkelijkheid van de geestelijke werelden en hun nauwe band met de rijken van de fysieke ruimte en tijd levend houdt.
Toen de ware betekenis van dit oude verhaal geleidelijk aan vergeten werd ging er een zogenaamde ‘religieuze’ gedachte rond dat het water van de Ganges zonden zou kunnen wegwassen, wat herinnert aan het wegwassen van zonden door het water van de Jordaan in christelijke en zelfs enkele joodse leringen.
Ganga
(Sanskriet)
Een van de bijnamen van Karttikeya, de oorlogsgod van de hindoes.
Gangadvara
(Sanskriet)
De deur of opening van de Ganges. Een stad die nu Hardwar (Haridwar) wordt genoemd, aan de voet van de Himalaya, waar volgens de legende de wijze Kapila een aantal jaren had gemediteerd.
Gangi
(Sanskriet)
Volgens de legende werd hij in de tijd van Kasyapa Boeddha, een voorganger van Gautama Boeddha, beschouwd als een incarnatie van Apalala, een naga die de beschermgeest was van de bronnen van de Subhavastu, een rivier in Udyana. Apalala zou naar men zegt zijn bekeerd door Gautama Boeddha en een arhat zijn geworden.
Ganymedes
[van Grieks en Latijn
Ganymedes was de mooiste van de jongeren onder de stervelingen en werd ontvoerd door Zeus. Een versie van het verhaal zegt dat toen Ganymedes, een symbool van lage begeertes of lusten, werd meegenomen door de Heer van de Wereld in een duistere cyclus, Astraea, de godin van gerechtigheid en zuiverheid, werd verworpen en verbannen en er een einde was gekomen aan het Gouden tijdperk (SD 2:785).
Astronomisch staat Ganymedes voor de omkering van de polen van de aarde, waardoor Maagd (Virgo, Astraea) werd neergeworpen en Waterman (Aquarius, Ganymedes) omhoog werden getild.
Garm
(IJslands) Ook
De hond van Hel. Hel is de koningin van de onderwereld en Garm wordt in de Edda’s voorgesteld als een bloeddorstig en aan kettingen gelegd monster bij de Gnipa-grot, bij de ingang van haar rijk. Bij de laatste strijd zal hij weten los te komen en samen met de god Tyr de strijd aangaan, waarna ieder de last van de ander wordt.
Garuda
(Sanskriet)
In de mythologie van de hindoes is Garuda een reusachtig wezen, half mens, half vogel, geboren uit het ei van Vinata, vrouw van Kasyapa, de zelfgeborene die ontsprong aan de tijd en die een van de zeven uitstralers van de wereld is. Behalve dat Garuda een symbool is van de grote cyclus of manvantara, is hij ook een embleem van de zon en de zonnecyclus. Hij is samen met Vishṇu eeuwig bestaand als een aspect van de manifestatie van Vishṇu zelf, die daarom vaak wordt beschreven als de berijder van Garuda in ruimte en tijd. De zoon van Garuda is Jatayu die in het
Garuda
(Sanskriet)
Een van de 18 voornaamste Purāṇa’s van het oude India. De Garuda Purana draait in hoofdzaak om de geboorte van Garuda.
Gatha
(Sanskriet)
Een lied, een metrische hymne of een vers. Bijna altijd slaat het op een vers dat bestaat uit een moreel aforisme dat niet tot de Veda’s behoort maar tot de
Gati
(Sanskriet)
Weg, koers, pad.
De zes (esoterisch
Een gati is het pad of de sfeer van bestaan die door entiteiten noodzakelijkerwijs wordt bewandeld of geleefd vanwege [het dwingende] karma uit het verleden. Als een mens een edel en oprecht leven leidt zal deze gati het pad of het milieu van de mensheid in zijn hogere aspecten zijn. Als hij doelbewust een kwaadaardig leven leidt, een gedegenereerd bestaan, zal zijn reis of volgende sfeer van bestaan er een zijn in een of andere gedegenereerde menselijke vorm of milieu. Hetzelfde geldt voor de goden en voor alle andere entiteiten: zij vinden hun volgende ervaringswereld en gebieden van handeling strikt in overeenstemming met karma. Want karma is een universele wet, die voor iedereen en alles gelijk is. En wat iemand van zichzelf maakt dat zal hij in werkelijkheid worden. Het ‘worden’ of ‘ontstaan’ dat op elk moment en in elke wereld van het gemanifesteerde heelal plaatsvindt, komt overeen met de overheersende stimulerende karmische omstandigheden en een enkele keer zeer noodzakelijke omstandigheden, die een entiteit over deze of die of een van de andere gati’s stuurt.
Gatra
(Sanskriet)
Een ledemaat of deel van het lichaam. Als meervoud verwijst het mystiek gezien naar de ledematen van Brahmā waaruit de zeven uit het denkvermogen geboren zonen, de kumara’s of manasaputra’s naar wordt gezegd, het levenslicht zagen. De vrouwelijke vorm wordt soms gebruikt voor de aarde, de Beweger.
Gaudapada
(Sanskriet)
Een beroemde brahmaanse leraar, schrijver van de Commentaren op de
Gaudapadacharya
(Sanskriet)
De leraar Gaudapada, de goeroe of filosofieleraar van Śaṅkarāchārya.
Gauramukha
(Sanskriet)
De purohita of familiepriester van Ugrasena, koning van Mathura.
Gauri
(Sanskriet)
Vrouwelijk bijvoeglijk naamwoord voor schitterend, mooi. Vaak gebruikt voor vrouwelijke wezens of entiteiten, het staat voor een dienstmeisje, hulp in de huishouding of maagd; de aarde; de godin Parvati; partner van Śiva en van Varuna en op dezelfde wijze de moeder van Sakyamuni, Gautama Boeddha.
Gautama
(Sanskriet)
De priesterlijke naam van de Sakya-familie en dus de naam van prins Siddhartha, de zoon van Suddhodana van Kapilavastu. Gautama Boeddha werd ook Sakyamuni genoemd, wat betekent de muni of wijze van de Sakya’s.
Gaya
(Sanskriet)
Een beroemde pelgrimsstad in Behar of Bihar, India, een paar kilometer ten noorden van Bodhgaya, waar Sakyamuni het boeddhaschap bereikte.
Gayatri
(Sanskriet) Ook
Een vers uit de
‘Laten we mediteren op die geweldige heerlijkheid van de goddelijke zon; dat die ons hart en denken mag verlichten (inspireren).’
Elke orthodoxe brahmaan wordt geacht deze oeroude hymne te herhalen, op zijn minst in gedachte, tijdens zowel zijn ochtend- als avondrituelen. Een verklarende parafrase die de innerlijke betekenis van de Gayatri geeft luidt:
O, u gouden zon van verheven luister,
verlicht ons hart en vervul onze geest zodat we beseffen dat we één zijn met het goddelijke,
het hart van het heelal en het pad dat voor ons ligt kunnen zien en volgen naar het verre doel van volmaking,
aangemoedigd door uw eigen stralende licht.’
Ten eerste is het [het licht van de Logos] het leven, of het
Gebeden
Bij het gebed gaat men uit van het bestaan van een goddelijke entiteit, zoals een God, Christus, een engel of een heilige, aan wie verzoeken kunnen worden gericht en van wie gunsten kunnen worden verlangd. Zo kijken bijna alle religieuze richtingen naar het gebed. Toch zijn er ook godsdienstige mensen die geloven in een persoonlijke God en toch een ruimere kijk op bidden hebben en zien dat het om meer gaat dan bijzondere gunsten, eerder als een onderwerping aan de goddelijke wil:
Als het een persoonlijke wens zou zijn geweest — vooral omdat alle persoonlijke wensen uiteindelijk beperkt of niet universeel zijn, en dus ofwel fysiek of spiritueel zelfzuchtig zijn — staat het bijna gelijk aan het bedrijven van zwarte magie, want die mens probeert innerlijke krachten aan te wenden om zijn lagere zelf te bevoordelen en is niet in het belang van zijn innerlijke God. Daarnaast kan iemand met goede intenties die in het belang van een ander bidt, onbewust een invloed op die ander uitoefenen die de wilskracht van die andere persoon tegenwerkt, wat in veel opzichten veel weg heeft van een hypnotiserende invloed.
En dan is er nog de waanzin van het bidden door strijdende partijen van oorlogvoerende naties tot dezelfde God om als overwinnaar uit de bus te komen. Of wanneer mensen gezamelijk bidden voor de bekering van de leden van een ander geloof, of zelfs voor een nog erger doel. Ook die vormen van gebed moeten worden afgekeurd. Deze gebeden zijn niet anders dan een erfenis van een van de lagere vormen van magische kunsten uit de grijze geschiedenis toen een religieuze dienst voornamelijk bestond uit het aanroepen van stamgoden of plaatselijke goden.
Gebedsgenezing
of genezen door het geloof
Naast de gewone medische en chirurgische behandelingen bestaan er wereldwijd vele alternatieve geneeswijzen. En de publieke opinie is in het algemeen dan óf ronduit sceptisch óf gelooft dat het een veilige, gemakkelijke en betaalbare methode voor het verlichten van, en het ontsnappen aan, pijn en ziekte kan betekenen. Door de bank genomen hangt het succes van deze geneeswijzen door middel van geloof, gebed — of middels magnetisme — af van het
innerlijke, dat wil zeggen het aangeboren of inherente vermogen van de ‘genezer’ of beoefenaar, om gezonde levenskracht van zichzelf op de zieke over te dragen. Dat is de sleutel tot succes of het gebrek aan succes, in alle gevallen en bij alle geneesmethoden van welke zogenaamde ‘school’ ook. (Aspecten 655)
Als de genezer erin slaagt de vitaliteit van de pranische stromen van zijn eigen gezonde lichaam over te brengen op het zieke lichaam of orgaan van de ander, zodat de gezonde levenskracht de onharmonische trillingen van het aangetaste deel ‘verdrijft’ of verandert en aldus daar de harmonie herstelt, zorgt dat voor gezondheid. Zulke behandelingen kunnen een blijvend resultaat hebben, maar meestal is de uitwerking van korte duur en kan de genezing een paar dagen tot een paar jaar aanhouden.
Al deze methoden waren bekend onder de Ouden. Helaas kan het Westen door een gebrek aan kennis van de ware of authentieke psychologie, de logica van deze geneeswijzen niet verklaren — of het nu door hypnose, magnetisme, mesmerisme of gebedsgenezing is, of door handoplegging, zoals die door christelijke wetenschappers en gebedsgenezers wordt uitgeoefend — zij hebben nauwelijks een vermoeden wat het uiteindelijke eindresultaat zal zijn. Men heeft geen idee van de mogelijke gevaren die men loopt, zowel lichamelijk als geestelijk. Het is onvermijdelijk dat de uitstralingen van de vitaliteit en wilskracht van de magnetiseur die worden geïmplanteerd in de mens waar die invloed op heeft, iets van zijn eigen
Een ziekte die is ontstaan door verkeerd denken in dit of in een eerder leven, komt aan de oppervlakte op het meest stoffelijke niveau als het definitief een uitweg zoekt uit het systeem. Het is zonder twijfel bijzonder schadelijk voor een genezer om invloed uit te oefenen op de wil, het bewustzijn of de morele integriteit van de zieke mens door zijn denken, wil en bewustzijn te hypnotiseren en te laten geloven dat de ziekte niet bestaat, of dat de patiënt het slachtoffer is geworden van een noodlot in plaats van te denken dat het lijden het gevolg is van zijn gedrag in het verleden. Elke poging het bewuste leven van een ander te beheersen is een vorm van suggestie of hypnose en valt onder wat vroeger ‘zwarte magie’ werd genoemd.
Aan de andere kant zijn we moreel verplicht de zieken en degenen die lijden op de juiste manier te helpen bij het behandelen van lichaam, denken en ziel. Juist omdat het gaat om het oproepen van de innerlijke geestelijke, morele en intellectuele kracht tegen de zwakte in zichzelf. De verkeerde manier is het willen domineren — hoe goed de intentie van de beoefenaar ook mag zijn — van de morele instincten, de wil en het bewustzijn van degene die lijdt, en daardoor wordt die persoon zwakker gemaakt dan hij of zij was. Bij echt geneeskrachtig mesmerisme werkt de vitale uitstraling van een zuiver denkend, onzelfzuchtige en gezonde beoefenaar in op de onbeweeglijke en onharmonische krachten van het zieke orgaan of lichaam en zorgt ervoor dat die harmonieus en op een natuurlijke wijze gaan vibreren. Op die manier
De beste van alle alternatieve geneeswijzen is die waarin de patiënt hoop en zelfvertrouwen wordt gegeven, want de hoogste geestelijke vorm van besluitvaardigheid brengt vrede en innerlijke kalmte en werkt in harmonie met de natuurlijke bronnen van gezondheid en genezing. Deze vorm van gebedsgenezing werd door Jezus, en anderen van hetzelfde geestelijke en intellectuele kaliber, uitgeoefend.
Geber
(Hebreeuws)
De machtige of sterke man.
Gebied
Figuurlijk gebuikt voor
Hoewel de kosmische gebieden van elkaar verschillen zijn ze niet gescheiden door een afstand. We zien precies hetzelfde met de kleuren van de regenboog of het spectrum van het zichtbare licht waarbij de kleuren duidelijk van elkaar verschillen en onwaarneembaar in elkaar overgaan.
Ook moet niet worden gedacht dat de evolutiestadia en de geologische gebieden dezelfde waren als die van vandaag: op bijna dezelfde wijze als we fossielen vinden van tussenliggende soorten van nog bestaande en uitgestorven soorten zo horen we ook over het fysiek-astrale stadium van de mensheid en van andere wezens die nu niet meer bestaan.
Er kan geen vaste en in beton gegoten opsomming worden gegeven van het aantal gebieden in de kosmos. Het aantal dat we geven hangt af van het bijzondere doel waar we een beschrijving van willen geven. De zevenvoudige indeling wordt vaak gebruikt, zoals in de zeven gebieden van prakriti of de zeven stadia van bewustzijn die bij elk daarvan horen. Maar elke andere opsomming heeft evenveel waarde en bovendien is elk gebied weer onderverdeeld in andere ondergebieden.
Geboortejaar
De christenen gaan ervan uit dat Jezus rond de tijd van het wintersolstitium zou zijn geboren. Deze datum is het resultaat van de noeste arbeid van de Romeinse abt Dionysius Exiguus in de 6de eeuw. Het eerste jaar van zijn tijdrekening dat later werd geaccepteerd als het begin van de christelijke jaartelling wordt het jaar 1 genoemd, en het jaar ervoor 1 voor Christus, maar anderen voegen hier een jaar 0 in. Men is het er in het algemeen over eens dat het jaar van de geboorte van Jezus vier jaar te laat ligt en diverse wetenschappers hebben zich er sterk voor gemaakt om de geboorte van Jezus tijdens het bestuur van Alexander Jannaeus te plaatsen, de zoon van Johannes Hyrcanus, dezelfde Alexander die zijn broer Aristobolus I als koning van de joden in 104 v. Chr., had opgevolgd.
Geburah
Gedachte
In
Kriyasakti, een van de aangeboren menselijke vermogens, is de kracht die gedachte heeft om zichzelf analoog uit te drukken in activiteit.
Gedachten zijn belichaamde elementale energieën. Het menselijke brein schept hen niet maar zendt ze alleen door omdat dat brein niets anders is dan het voertuig dat een intellectuele, mentale en emotionele energie vanuit het monadische centrum van binnenin doorgeeft en dit monadische centrum brengt zelf gedachten voort.
Gedong
(Tibetaans) Ook
Een boeddhistische monnik die in het Sanskriet een
Gedulah
(Hebreeuws)
Groots, koninklijk. In de Kabbālāh is Gedulah een andere naam voor de sefira Chesed.
Geen
Het Grenzeloze, het Ongemanifesteerde, het zuivere niet-zijn, de kosmische nul in de symboliek, waaruit de eerste gemanifesteerde of het getal 1, de kosmische monade, uit voortkomt. De kosmische monade is het Absolute van zijn heelal. Deze heelallen zijn oneindig in aantal of geen-getal, wat hetzelfde is als ontelbaar.
Geest
Op kosmische schaal noemen we geest de homogene uitstraling van de universele kosmische monade. In de mens is hij de directe uitstraling van zijn spirituele monade, het onsterfelijke element in ons dat nooit was geboren en dat gedurende het gehele maha-manvantara zijn eigen kwaliteit, essentie en eigenschappen behoudt. Hij stuurt zijn straal door de laya-centra van alle verschillende omhulsels van bewustzijnsubstantie en is zelf een straal van de al-geest die vooral wordt gebruikt voor de vereniging van het hogere deel van manas met atma-buddhi.
Het gebrek aan overeenstemming tussen schrijvers voor wat betreft de betekenis van dit woord heeft geleid tot een triest geval van verwarring. Dit woord wordt in het algemeen als een synoniem gebruikt voor het woord
Wanneer het is gekoppeld aan de stof wijst het op de actieve, positieve of energieke kant van de tweevoudige manifestatie. En wanneer we zeggen dat geest en stof één zijn betekent dat dat zij in essentie één zijn, ze verschillen alleen in hun aspecten van een fundamentele eenheid. In veel talen betekent hetzelfde woord zowel geest als adem of wind, geest heeft een relatie met de lucht, met de fijne kosmische elementen (maha-tattva’s of mahabhuta’s).
Geest gezien als de kosmische Ens (zijn) of Brahman is niet de kosmische oorspronkelijke wortel, maar zijn eerste manifestatie, wat overeenkomt met de Griekse eerste logos — ofwel parabrahman-mulaprakriti, wanneer het is gebruikt voor de Melkweg, of Brahman-pradhana als het is gebruikt voor ons zonnestelsel.
Geest
[Van Grieks
De tweede logos, Vader-Moeder, geest-stof, purusha-prakriti. Hyle werd door bepaalde Griekse filosofen gebruikt om te wijzen op de oorspronkelijke kosmische geest-stof en is daarom gelijk aan
Geest(en)
Voor ‘geesten’ in de betekenis van spoken of verschijningen zie schimmen.
Hoewel het woord geest veel en algemeen wordt gebruikt, staat geest of staan geesten binnen de theosofie voor de belichaamde intelligenties van een hoge graad, zoals dhyānī’s of planeetgeesten, die menigten of grote massa’s van arupa (lichaamloze) monaden of ego’s die min of meer direct voortkomen uit het universele bewustzijn of de kosmische geest. Dus is de spirituele monade in de mens, strikt genomen, een geest als direct afgeleide van de kosmische intelligentie, mahat of mahabuddhi die zich kenbaar maakt door mahat. Geesten bestaan in bijna onbeperkte hoeveelheden en reeksen van hiërarchische klassen, hoogste, tussenliggende en lagere.
Er wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen geest en ziel, waarbij de laatste het voertuig van een ego is. Theosofie is tegen het gebruik hiervan door astrale kama-rupa’s tijdens seances, [wat wordt behandeld onder Medium en Schimmen].
Geest
Geïncarneerde deva’s of halfgoden worden menselijk en worden genoemd als een dynastie van de Lemuro-Atlantiërs. Deze monaden manifesteerden zich als deva’s en namen lichamen aan om te heersen over de minder ontwikkelde mensen in hun eigen tijdperk. Maar omdat zij afdaalden in de stof en zich manifesteerden als rupa-wezens, dus met een vorm, was er een mogelijkheid dat zij steken lieten vallen of zouden zondigen — zoals meer dan eens in de geschiedenis is gebeurd — en als dat gebeurde dan waren zij het die het pad van de linkerhand kozen en hun Atlantische onderdanen bedierven. De dynastie van de geest-koningen, zoals zij die onder de Atlantiërs geschiedenis maakten, bestond uit hen die het pad van de rechterhand volgden en zij die het pad van de linkerhand namen. Eerstgenoemden werden Zonen van het Licht genoemd en de laatstgenoemden de Zonen van de Schaduw.
Geestelijke
De geestelijke mens is het spirituele ego, de spirituele ziel, het spirituele zelf of de menselijke geest.
Het is de vereniging van het hogere denken of manas met zijn
Geestelijke
In de theosofische literatuur worden onder vermogens innerlijke krachten verstaan (siddhi’s in Sanskriet) waarvan men zegt dat die in de gehele huidige mensheid sluimeren, maar eigenlijk is het het omgekeerde.
Het zou beter of juister zijn te zeggen dat op dit moment de mensheid zelf sluimert, terwijl zijn vermogens niet sluimeren maar simpelweg niet in staat zijn zichzelf tot expressie te brengen vanwege de gebrekkige constitutie van die relatief slapende mens. En zo komt het dat deze vermogens niet door evolutionaire vooruitgang noch door de voorbereiding voor een inwijding wakker worden geroepen, maar uitsluitend doordat de innerlijke natuur van de mens naar die [spirituele] gebieden wordt opgetild waar deze vermogens al volledig ontplooid bestaan.
Dus is het ook niet het intellect dat in de huidige mensheid slaapt maar het is de onontwikkelde menselijke kant die nog zo weinig is gevorderd en zo een verblindende sluier rond het al volledig ontwikkelde intellectuele of manasaputrische vermogen vormt. Zo is het voor een blinde niet het licht dat afwezig of onontwaakt is, maar eerder het gebrek of
Daarnaast vormen vermogens of ‘machten’ ook de zesde orde van engelen in de hemelse hiërarchie van pseudo-Dionysius de Areopagiet en verschijnen zij in rangorde het laatst van de tweede triade van heerschappijen, krachten en machten. Het is de vertaling van het Griekse
Geestverschijning
Een geestverschijning, schim of spook is de vage verschijning van een persoon rond het moment van het overlijden aan een ander familielid of bevriend persoon.
Hoewel schimmen of geestverschijningen verschillend kunnen zijn, zijn die in het algemeen het mayavi-rupa van de mens die aan het sterven is. De verschijning wordt gevormd door het denken van de stervende, hoewel hij zich onbewust is van de gevolgen ervan. Een intense en zorgwekkende gedachte ten aanzien van degene die hij wenst te zien verschijnt objectief aan hem, en de verschijning heeft het voorkomen en de bekende normaal gedragen kleding van de stervende.
In sommige gevallen kan de verschijning niet het gevolg zijn van welke gedachte van de kant van de stervende dan ook, maar wordt dan veroorzaakt door de abnormale gevoeligheid of helderziendheid van de kant van de waarnemer. Omdat die veel sympathie voelt voor de stervende draagt hij het beeld dat hij van die persoon heeft in zijn latente geheugen met zich mee en wanneer de gebeurtenis dan eindelijk plaatsvindt zorgen zijn hogere zintuigen — die zich van het overlijden bewust zijn — voor het objectief worden van die herinnering als een zichtbare verschijning. De gedachte zelf is zichtbaar voor zijn denken dat in staat is op dat gebied waar te nemen, maar om zichtbaar te worden voor de gewone zintuigen moet het zichzelf kleden in de stof van een lagere zuiverheid en deze verschijning kan variëren van een afbeelding voor het oog van de ziel tot een duidelijk beeld dat zichtbaar is voor het blote oog. Hoe dan ook, het organisme van de waarnemer kan het noodzakelijke voertuig voor zo’n verschijning leveren. De afstand speelt bij dit fenomeen geen rol want er is geen sprake van een of andere projectie van een stoffelijk vast lichaam door de ruimte, van een plaats naar een andere.
Het bovengenoemde geval moet wel als afwijkend worden beschouwd van een verschijning van het astrale dubbel van recent overledenen dat in de omgeving van begraafplaatsen kan worden gezien.