Hiërarchie
Ook wel de
Deze hiërarchie van geestelijke wezens strekt zich uit van de hoogste monade van de zon of het melkwegstelsel tot aan het laagste element dat de voertuigen of wezens vormt.
Zij bestaan uit goden, halfgoden, boeddha’s, bodhisattva’s en grote en edele mensen die dienen als een levend kanaal voor de spirituele stromen die uit het hart van de zonnegodheid naar deze en elke andere planeet van ons stelsel komen, en die zelf vanuit de meedogende kern van hun eigen wezen luister, licht en vrede verspreiden over dat pad
Het hoofd van de geestelijke-psychologische hiërarchie van de aarde is een wezen dat soms de Stille Wachter wordt genoemd en dat dient als een kanaal voor alle geestelijke krachten die naar en van de aarde stromen.
In de theosofische literatuur wordt de Hiërarchie van Mededogen soms als volgt weergegeven:
Hier zijn de Zonen van Licht of de zeven kosmische logoï, die uit de zon emaneren en in zijn rijk werken, de ouders, bestuurders of planeetgeesten van de zeven heilige planeten. De zeven dhyani-boeddha’s, die ook hemelse boeddha’s of oorzakelijke boeddha’s worden genoemd, leiden ieder middels de uit henzelf geëmaneerde vertegenwoordigers één ronde van de zevenvoudige cycli van evolutie van een planeetketen. De zeven dhyani-bodhisattva’s of bodhisattva’s van de hemelse rijken, besturen op een soortgelijke wijze via de uit hen geëmaneerde afgevaardigden een van de zeven bollen van een planeetketen. De manushya-boeddha’s zijn de boeddha’s die gedurende een ronde over de wortelrassen waken, er verschijnen er twee in elk ras, één net na het begin en één rond het midden van elk wortelras. Gautama Boeddha was de tweede boeddha van het vijfde wortelras. De bodhisattva’s van de aarde zijn geestelijk en intellectueel gevorderde mensen die het nirvāṇa van boeddhaschap weigeren in te gaan en op aarde blijven om hun geweldige werk te doen, om hulp te bieden, om de massa’s van entiteiten (inclusief de mensheid), die achter hen aan komen, te stimuleren en te leiden.
Hiërarchieën
[Van Grieks
Het is in grote lijnen het gebied met een grote groep lagere wezens waarover een heerser van een hiërarchie zijn invloed uitoefent — goddelijk, menselijk of anders — die organiek zijn ingedeeld in diverse graden of rangen. Het slaat ook op de macht of positie van een hiërarch of heerser in heilige rituelen, die een kosmisch patroon nabootst. In de theosofie raken beide betekenissen vermengd. De leer van de hiërarchieën, ofwel de leer van de elkaar doordringende wezens, is de belangrijkste leer ten aanzien van de structuur en werkwijze van het heelal. Dit slaat niet alleen op die entiteiten die een heelal bevat maar op alle gebieden en sferen, want deze gebieden, en dat geldt ook voor de entiteiten daarin, gaan in elkaar over en sluiten exact op elkaar aan in een eindeloze reeks. Een groep is in evolutionaire graad verbonden met een hogere of lagere groep, en die
Onderverdelingen in zeven, tien of twaalf kunnen zijn gebruikt om deze hiërarchische structuur vast te stellen. Als we de verdeling in tien als voorbeeld nemen, zien we dat de hiërarch van elke hiërarchie het laagste lid van het direct daarboven liggende tiental is, terwijl het laagste lid van diezelfde hiërarchie de hiërarch is van het direct daaronder liggende lagere tiental, zodat die onderverdeling er een van negen is. Dit kan een verklaring zijn waarom negen wordt gebruikt als een heilig getal, het is het verschil tussen de oude inclusieve methoden van tellen en onze huidige methoden en het beginsel van de overlappende cycli. De algemeen Griekse voor-christelijke hiërarchie ziet er als volgt uit: 1) goddelijke hiërarchieën; 2) goden of goddelijk-geestelijk; 3) halfgoden; 4) helden; 5) mensen; 6) dieren; 7) planten; 8) mineralen; 9) elementalen, waaraan de bron als de hoogste top van deze hiërarchie kan worden toegevoegd, die zelf het laagste lid van de direct daarboven liggende supergoddelijke hiërarchie is.
Hiërofant
[Van Grieks
De onthuller van heilige mysteriën. De titel van de hoogste adepten in de tempels van de oudheid die onderricht gaven in de mysteriën, en die ook verklaarden. Een hiërofant had de eigenschappen van Hermes of Mercurius, die zowel verklaarder als de mystagoog ofwel begeleider van zielen was. In het Hebreeuws kan het equivalent worden gevonden in de hiërarchie van de ’elohim. Veel namen van mensgoden verwijzen naar de oude hiërofanten als Orpheus, Enoch, enz. De hiërofanten van het oude Egypte gaven hun heilige leringen door aan het nageslacht, maar tal van leringen zijn verloren gegaan door het overlijden van enkelen van hen voordat zij hun berichten of leringen af hadden kunnen maken, of omdat zij vanwege de degeneratie die in het Westen was opgetreden niet in staat waren geschikte pupillen te vinden die de wijsheid konden ontvangen.
Bij de viering van de oude Mysteriën had de hiërofant in het drama de rol van demiurg, de derde logos, die de mysteriën van het heelal aan de neofieten bekendmaakte of onthulde, en dus ook de menselijke aard. Hij was dus een heilige leraar.
Hiërogrammatisten
[Van Grieks
Gebruikt door Griekse schrijvers voor de heilige schriftgeleerden van het oude Egypte die de heilige verslagen optekenden en lazen, en die zich daarnaast ook bezighielden met de voorbereiding van neofieten op hun inwijding.
Hilkia
(Hebreeuws)
De hogepriester van Jeruzalem tijdens het bewind van Josia (2 Koningen 22) die de geschriften van de Bijbel had teruggevonden. Blavatsky benadrukt dat hij niet in staat was ‘Het Boek van God’ te lezen en verklaart dat zijn deel was verdwenen (IU 2:470) en de werkelijke Hebreeuwse Bijbel een deel was dat gedeeltelijk in geheimschrift was geschreven, wat een aantal kabbalisten altijd al hebben beweerd.
Wat kon er van de oorspronkelijke geschriften van Mozes zijn overgebleven, als deze ooit hebben bestaan, nadat ze bijna 800 jaar lang verloren waren gegaan en werden gevonden toen elke herinnering daaraan uit het denken van de grootste geleerden moet zijn verdwenen, en Hilkia ze liet herschrijven door Safan, de hofschrijver?(BA 4:360-1)
Hillel
(Hebreeuws) Ook
Helder schijnen of met grote luister. Gebruikt in Jesaja (14:12) en verwijst naar de koning van Babylon:
Hoe ben je uit de hemel gevallen, Lucifer [Hillel], Zoon van de dageraad, hoe ben je op aarde neergeworpen, overwinnaar van alle volkeren? (BCW 8:27-8n)
*In
Himadri
(Sanskriet)
De koude berg. Gebruikt voor de Himalaya’s. Andere namen zijn
Himavat
(Sanskriet) Ook
Een naam van de Himalaya’s, vooral het vermenselijkte aspect ervan dat mythologisch wordt beschouwd als de echtgenoot van Mena of Menaka, van wie de oudste dochter Himavatsuta — de Ganges — was. Ook gebruikt als een bijvoeglijk naamwoord, in sneeuw gekleed. De bergketen is bekend als Himavan-mekhala (de besneeuwde berggordel of riem). In de esoterische commentaren op het Boek van Dzyan wordt deze keten van bergen weergegeven als een gordel die de aarde omgeeft — of het nu boven of onder water is (SD 2:401).
Hinayana
(Sanskriet)
Het hinayana is de theravada-school van het zuidelijke boeddhisme, met zijn vertegenwoordiger in het boeddhisme van het noorden. Gewoonlijk wordt dit instituut beschouwd als een exoterische school in tegenstelling tot het mahayana (het grote voertuig), de zo genoemde esoterische school. Het hinayana vertegenwoordigt wat de boeddhistische mystici de ‘leer van het oog’ noemen, dat is dat deel van de leringen van de Boeddha dat exoterisch is of is bedoeld voor het grote publiek en daarom zichtbaar voor het oog. Het mahayana wordt daarentegen de leer van het hart genoemd, wat slaat op dat deel van de leringen van de Boeddha dat verborgen werd gehouden, dat niet openlijk werd verkondigd, wat de essentie of het hart van de leringen betreft. Maar er is ook een duidelijk esoterische kant aan het hinayana wanneer dat op de juiste manier wordt onderzocht en begrepen.
Hippocentaur
[Van Grieks
Centaurs zouden half mens, half paard zijn geweest. Het voorvoegsel
Hiram
(Hebreeuws) Ook
De laatste betekenis beschrijft de aard en het lot (volgens de overleveringen van de vrijmetselaars) van Hiram Abif, terwijl de tweede afleiding past bij het karakter van Hiram, koning van Tyrus. Hiram Abif wordt beschreven als de zoon van een weduwe van de stam van Naphtali (1 koningen 7:14) en een man van kennis, een bewerker van edelmetalen, goud, zilver, koper en ijzer, net zoals zijn vader (2 Kron. 2:12). Hiram Abif was door Hiram, koning van Tyrus naar koning Salomo gezonden om te helpen bij de bouw van zijn tempel.
In de vrijmetselarij is Hiram Abif de centrale figuur in het drama van de Derde of Meester Vrijmetselaars-graad, en een van de drie oude Grootmeesters van de Meester-Metselaars (de andere twee zijn koning Salomo en Hiram, koning van Tyrus). Nog voor de afronding van de bouw van de Tempel werd hij gedood door drie schurken omdat hij weigerde aan hen het Woord van de Meester-vrijmetselaar door te geven, die door dat overlijden verloren zou zijn gegaan, want het zou alleen kunnen worden doorgegeven als alle drie Oude Grootmeesters aanwezig zouden zijn. Hiram Abif werd snel begraven in een ondiep graf dat werd gemerkt met een takje van een jonge acacia of myrte, wat daarom snel leidde tot zijn ontdekking en het vervolgens opstaan van Hiram Abif door de macht van een Vervangend Woord dat, zo werd besloten, zou worden gebruikt tot het Verloren Woord zou zijn teruggevonden.
De inwijding in de vrijmetselarij werd geschoeid op het model van dat van de Kleine Mysteriën van Egypte, dat ook sinds onheuglijke tijden in India werd gebruikt met Loka-chaksu (oog van de wereld) en Dinkara (maker van de dag, ofwel de zon).
In Egypte werd de derde graad
De moord op Hiram wijst op de jaarlijkse moord op de zon door de laatste drie maanden van het jaar, maar de zon wordt herboren of komt weer op na de winterzonnestilstand, een van de vier grote inwijdingsperioden uit de oudheid.
Hiram Abif is de typische figuur die doet denken aan al die verlossers van de mensheid die zichzelf hebben opgeofferd voor de redding ervan, een rechtstreekse menselijke afgevaardigde van zijn oervoorbeeld onder de goden, zoals Odin en Visvakarman, de bouwer en maker van de goden. Hiram Abif is ook de typische figuur van de individuele innerlijke god, die is gekruisigd in het stoffelijke bestaan.
Hiram
(Hebreeuws) Ook
Een tijdgenoot van de koningen van Israël, David en Salomo die ceders naar David stuurde en timmerlieden en metselaars om voor hem een huis te bouwen en die later in antwoord op een verzoek van Salomo, hout uit Libanon en een vaardig man, Hiram Abif of Huram ’abiu, stuurde om hem te helpen bij de bouw van zijn tempel (2 Kron. 3:12-13). Al de oude verslagen noemen koning Hiram een meesterbouwer die de tempels van Hercules en van Astartē en eigenlijk heel Tyrus had gebouwd, en de nationale tempel van Melkarth (Melekartha) had herbouwd. Bij de ingang van deze tempel waren twee pilaren, een van goud en een van smaragd, die mogelijk de directe archaïsche voorbeelden van de zuilen Jachin en Boaz voor de tempel zouden worden die Salomo later had gebouwd met hulp van Hiram en daarmee de aanbidding van Jehovah verbindt aan die van Melkarth of Baäl. Het oorspronkelijke oervoorbeeld van deze pilaren vormden de Zuilen van Hermes.
Hiranya
(Sanskriet)
Dus elke schaal of kunstvoorwerp van goud of de substantie, de onvergankelijke stof.
Hiranyagarbha
(Sanskriet)
Gouden ei of moederschoot. De matrix van onvergankelijke stof
de lichtgevende ‘vuurnevel’ of etherische stof waarvan het Heelal was gemaakt. (TG 142)
Het ‘wereld-ei’ is misschien een van de meest algemeen aanvaarde symbolen, omdat het tot veel nadenken stemt, zowel in geestelijke als in fysiologische en kosmologische zin
In de filosofie van de Vedānta wordt hiranyagarbha ongeveer op dezelfde manier gebruikt voor sutratman, atman gehuld in het sūkṣma-śarīra, maar ook met de andere śarīra’s die uit deze voortstromen en die alle doordringen en vullen als het draad-zelf.
Hiranyakasipu
(Sanskriet)
Gouden bekleding. Een van de beroemdste titanen of daitya’s van de hindoes, een zoon van de wijze Kasyapa en Diti. Zoals vermeld in het
Nadat Hiranyakasipu was verslagen door de Narasimha-avatara werd hij opnieuw geboren als Ravana, die weer werd verslagen door
Deze parallelle evolutie van Vishṇu (geest) en die van een daitya, als mens
Hiranyaksha
(Sanskriet)
Gouden oog. Een van de voornaamste daitya’s (titanen), tweelingbroer van Hiranyakasipu. In het
Hiranyaksha is de heerser of koning van het
Hiranyapura
(Sanskriet)
Gouden stad. In de hindoemythologie is het een stad die in de lucht zweeft, het is de verblijfplaats van de danava’s (een soort titanen). Ook een stad van de asura’s die voorbij de oceaan ligt. In het algemeen wordt met een asura in de oude bekende geschriften onder andere de mensen van het vierde wortelras bedoeld, die inderdaad reusachtige afmetingen hadden en in de landen voorbij de oceaan woonden, Atlantis.
Hisi
(Fins) Ook Hiisi, Juntas, Piru en Lempo.
Het beginsel van het kwaad in de oude Finse mythologie. Hisi wordt beschreven als een wrede, bloeddorstige geest, verantwoordelijk voor al het kwaad in de wereld, die ziekten en ellende naar de mensheid bracht. De Kalevala vertelt dat toen de hoogste god Ukko weigerde het leven te geven aan de kwaadaardigde slang, die uit het spuug van Suoyatar was gegroeid, Hisi een ziel in het beest ademde zodat het monster hem kon helpen.
Hitopadesa
(Sanskriet)
Goede raad. Dit is een bekende verzameling in het Sanskriet van ethische voorschriften, allegorieën en verhalen van een groter en ouder werk met de naam
Hitte
In wetenschappelijke kringen wordt hitte een thermisch effect genoemd en verklaard als veroorzaakt door het trillen van deeltjes van lichamen. Die vibraties zouden het gevolg zijn van de straling van de zon, langs mechanische weg of door het stromen van elektriciteit. Om te streven naar een eenheid door de verschillen met elkaar in overeenstemming te brengen, heeft de wetenschap geaccepteerd dat hitte een soort beweging is of een van de vormen van energie. Volgens deze theorie zijn de energie van hitte en mechanische energie allebei om te zetten. Hitte kan in de woorden van de moderne natuurkunde niet worden beschreven als een vloeiend iets of als een vorm van beweging, maar zoals het gaat met alle natuurkundige fenomenen, of we ze nu substantieel of dynamisch noemen, zijn zij een functie van de activiteiten van een of andere onderliggende laag waarvan de aard nog niet door de natuurkunde wordt begrepen.
Theosofisch gezien is hitte de manifestatie van een van de zeven krachten die uit de bron van het kosmische leven komen en zichzelf manifesteert door de wisselende effecten op de verschillende gebieden. Het is een vorm van een van de zeven primaire bewuste krachten die uitstromen uit het anima mundi, een van de zeven zonen van fohat, of een van de zeven radicalen — een aspect van universele beweging. Met andere woorden, de emanatie van een levende entiteit die zichzelf op ons gebied tot uitdrukking brengt als hitte.
De krachten van de natuurkunde zijn de manifestaties van elementalen die zelf de manifestaties van noumena zijn op een hoger gebied. Hitte is zowel substantieel als energiek van karakter en we kunnen erover spreken als iets dat eigenlijk een soort stromende emanatie is van levende lichamen, hoewel het net zo goed mogelijk is hitte te ontwikkelen in zogenaamde onbezielde stof door het schudden van deze lichamen en daarvoor onze intelligentie te gebruiken.
Hivim
(Hebreeuws)
Meervoud van hivi (
In het oude Amerika werd
Hiwyai’
(Aramees)
Het beest (van het kwaad). Uit de gemeenschap van Samaël (prins van vergif) met zijn vrouw ’Esheth Zenunim (vrouw van hoererij) komt het Beest voort: wat een helse triade vormt, de lage pool van de goddelijke triade — die de duivel en verleider van de
Esoterisch gezien onze dierlijke hartstochten. (TG 137)
Hizkia
(Hebreeuws)
Jehovah maakt sterk. Volgens de Bijbel een van de grootste en beste koningen van Judea, in naam de zoon van Ahaz en schoonzoon van Jesaja. Het was zijn streven de religie en geloofsovertuigingen van de joden te zuiveren: dit werd in de Bijbel gesymboliseerd door het breken van de koperen slang (2 Koningen 18:4).
Hizkia was de verwachte messias van de exoterische staatsreligie. Hij is een telg van de stam van Jesse, die de joden moest terugroepen uit een betreurenswaardige gevangenschap, waarover de Hebreeuwse historici het stilzwijgen schijnen te hebben bewaard
Hler
(IJslands) [van
De Noorse god van de zee, in de Edda’s vaker Aegir genoemd, een van de drie zonen van de oerreus Ymir. Vergelijkbaar met de Griekse Oceanos of Okeanos en de Llyr van Wales (zee). De negen dochters van Llyr, Hles-doetr (dochters van Hler), zijn de golven.
Hlidskjalf
(IJslands) [van
Het woord kan ofwel betekenen dat de goden zich aan onze zijde scharen bij de worsteling van het leven, óf het is een afgeleide van het Scandinavische
Hochmah
Hod
Hoddmimir’s
(IJslands) [Van
In de Noorse mythen is het het heilige bos waarin de schat wordt bewaakt die de goden tijdens hun manifestatie in de stof begeren. In dat bos worden Lif en Lifthrasir, de onsterfelijke beginselen in de mens, uitgescheiden als de wereld zijn leven heeft beëindigd en voordat die wordt herboren.
Hoger
De individualiteit afgezet tegen de persoonlijkheid.
Het hogere ego ligt in atma-buddhi-manas als de reïncarnerende ego, en is de weerspiegeling of kleinere projectie van het hogere zelf of atman. Het hogere ego is het tegenbeeld van het lagere of persoonlijke ego dat wordt gevormd door de kamische, astrale en fysieke belichamingen van eerstgenoemde.
Hoger
Het aspect van het tweevoudige manas of menselijke mentale beginsel dat door buddhi of het geestelijke beginsel wordt aangetrokken en dat daarom voorwaardelijk onsterfelijk is. Het lagere manas wordt tot het kama- of begeertebeginsel aangetrokken en lost na de dood op als deel van het kama-rupa.
Hoger
De goddelijk-geestelijke essentie of essentiële egoïteit die de mens overschaduwt, het atma-buddhi met de ontplooiing van manas. Het hogere zelf is de god van binnen, de bron van alle juiste motieven, de bron van intuïtie en de stem van goddelijke harmonie die naar de beheersing van het leven van het individu streeft en dat alle stemmen van een persoonlijk verlangen of begeren wil transformeren of omzetten.
Hogere
In de theosofische literatuur wordt vaak een onderscheid gemaakt tussen het deel van de menselijke natuur
Homoeomerisch
Ook
Dit betreft de theorie van de Griekse filosoof Anaxagoras die stelde dat het geestelijke begin of de zaden van alle groepen wezens al in de oorspronkelijke kosmische chaos aanwezig was en dat ieder begin of zaad als een stofje was, zoals al het andere, en dat daarom in een ruimere betekenis het zo ook is met de soorten die zij op lieten komen via de ontwikkeling van emanaties. Deze zaden, deeltjes, monaden, of geestelijke atomen werden homoiomere (of soortgelijke delen — vaak in betekenis neigend naar identiteit) genoemd. Dit behoorde tot de inwerking van nous (kosmische intelligentie) op chaos — of volgens de hindoeïstische terminologie van mahat op svabhavat — wat zich bij het begin of aanvang van een periode van kosmische evolutie scheidde en zich onderscheidde in deze quasi gelijke atomen, die met hun respectievelijke evoluties beginnen in de families of hiërarchieën waartoe ze behoren, de verschillende individuen daarvan manifesteren zich als wezens en dingen van verschillende soorten zoals atomen, graan of goud, enz. elk overeenkomstig zijn oorspronkelijke natuur of svabhāva.
Dit diepzinnige filosofische idee volgt alle dingen terug naar hun oorspronkelijke of gemeenschappelijke bron, zoals de zaden van de wereldboom, waaruit het theosofische beeld van universele broederschap is gegroeid.
Homunculi
(Latijn) Fantoom, model, dwerg.
Voor de middeleeuwse alchemisten waren het kleine zelf-gecreërde mannetjes, niet per se dwergachtig wat afmetingen betreft maar eerder onvolledig of incompleet. Paracelsus beweert ze te hebben gemaakt en doet soms gedetailleerd verslag van de gruwelijke wijze waarop ze tot stand werden gebracht. Het resultaat kan worden gevonden in oude boeken over magie.
De beginselen van aarde en water zijn vereist om een lichaam te vormen en voor de vitaliteit is de wil van de magiër de sturende kracht en soms moet er een soort natuurgeest in huizen, zoals de genoemde ’Ishonim in de
Honavar
(Pahlavi) Ook
Oude Perzische naam voor de Logos of kosmische ratio, het Woord of Verbum. Het heilige woord van de Avesta is door Ahura-Mazda ‘in de grenzeloze tijd’ aan Zoroaster gegeven en het is het grootste wapen van Zoroaster om Angra-Mainyu te overwinnen. Het was door het reciteren van de Honavar bij aanvang van de wereld dat Ahura-Mazda op dezelfde manier Angra-Mainyu in verwarring bracht.
Ook een gebed in het Avestisch.
Höner
(Scandinavisch, IJslands) Ook
In de Noorse Edda is hij een van de drie scheppende goden die de mensheid vormen uit de as van de els, en vervolgens aan deze schepping hun eigen goddelijke eigenschappen schenken. Elk van die scheppende krachten correspondeert met een van de kosmische elementen, de tattva’s van de brahmaanse filosofie. Höner staat voor het beginsel van vloeibaarheid of veranderlijkheid: hij schenkt de intelligentie die de ziel verlicht door het begrijpen, wat in een opzicht overeenkomt met de manasaputra’s. Odin, die overeenkomt met de lucht, schenkt adem of geest terwijl Lodur, of Lodurr, het vurige element, warm bloed geeft, kleur en scherpe zintuigen.
Höner was tijdens de strijd van de goden als een gegijzelde naar de Vanen gezonden (de oorlog in de hemel) en zou gevangen worden gehouden tot aan de laatste confrontatie van Ragnarök, als de goden zich terugtrekken naar hun eigen sferen.
Honing
Ook
Gebruikt door enkele oude schrijvers als een symbool voor wijsheid. Het werkt net zoals bij de bijen (een embleem van de ingewijden) die nectar of honing (kennis) uit de bloemen (het leven) vergaren en die omzetten in honing, zo worden de ervaringen van een mensenleven opgeslagen in het geheugen en de kennis die tijdens het leven is verzameld en wordt verteerd tot of omgezet in wijsheid. De vrouwelijke priesters van bepaalde Griekse tempels werden Melissai (bijen) genoemd.
In het oude Scandinavische beeld van de Wereldboom (Yggdrasil) werd de dauw die van deze kosmische boom viel honingdauw genoemd en werd verzameld door de bijen, de ingewijden, die door het succesvol doorgeven van de rituelen in staat waren zichzelf in harmonie met de verschillende kosmische machten en gebieden te brengen. Zij werden zo kanalen of vertolkers van kosmische wijsheid voor de mensheid. Het idee komt aardig overeen met de werkelijke betekenis van het
Hoofd
[van het Chaldeeuws
Kabbalistische term waar ook naar wordt verwezen als de Oude van de Ouden (
Het komt overeen met Brahman-pradhana, achter, erin en erboven, wat het altijd onbegrijpelijke is, parabrahman.
Hoogste
In een hiërarchie die uit drie gebieden of beginselen bestaat is het de top die bestaat uit drie-in-één, wat de hoogste triade genoemd zou kunnen worden om onderscheid te maken met de triade die erop volgt. Deze twee triaden kunnen respectievelijk worden gezien als de hoogste en hogere triade. Of, als het om een zevenvoudige hiërarchie gaat, kan er een hogere triade en een lager viertal zijn. Ook kunnen de eerste drie van de tien sefiroth van de Kabbalah de hoogste triade worden genoemd.
Hoogste
Paramatman, dit is de top of hiërarch van een kosmische hiërarchie. Wanneer we spreken van een laatste hoogste zelf als oneindig en eeuwig bestaand hebben we te maken met een logische tegenstelling, en toch zijn zulke paramatmans in vrijwel oneindige aantallen in de grenzeloze ruimte van het Grenzeloze aanwezig als het parabrahman (voorbij Brahman) of ’eyn soph (zonder grenzen of beperkingen).
Hoorns
Veel gebruikt in de Bijbel, vaak als een symbool van macht. Het altaar in het tabernakel was voorzien van hoorns die als een soort veilige haven konden worden vastgegrepen door de smekende vluchteling. In de profetische en apocalyptische christelijke boeken en die van andere godsdiensten, komen we draken en andere monsters met hoorns tegen, het aantal hoorns heeft dan mogelijk als symbool een relatie met de rassen. In zijn algemeenste betekenis is het een symbool van de natuurlijke voortbrengende kracht die kenmerkend is voor de symboliek van veel dieren, zoals de ram, de stier, de koe, de geit enz. Het symbool staat in Griekenland voor Pan, waar hij de god van natuurlijke voortbrenging is en vruchtbaarheid en voor de joden als de geit, zoals de zondebok, die onder andere staat voor de val in de voortplanting. Daarom zou men in het oude en middeleeuwse Europa hebben gezegd dat die de last van de zonden van de mensen zou wegnemen.
Satan of de duivel wordt eveneens afgebeeld met hoorns om vrijwel dezelfde reden, want die vertegenwoordigt feitelijk het lage aspect van de natuur, en in het volksgeloof zijn zijn hoorns, net zoals zijn hoeven en staart, afstotende en beestachtige kenmerken.
Ook de maan, het oudste en meest grafische symbool van voortbrengende kracht, zou hoorns hebben en hetzelfde zien we in het teken Taurus van de dierenriem, het teken van de verheffing van de maan, terwijl de hoorns van de ram worden gezien in Aries, Ram — het ene stelt het passieve de andere het actieve beginsel van de natuur voor.
Hor
(Egyptisch) Ook
‘De zelf-voortgebrachte,’ een begrip in de theogonie dat overeenkomt met het Sanskrietwoord
Horchia
(Chaldeeuws)
Een godin van vuur en vandaar ook van de haard, of die nu van de Staat is of van een gezin en is dus in een aantal opzichten gelijk aan de Romeinse Vesta. Ook bekend onder de naam Titea Aretia en geassocieerd met moeder aarde of de moederschoot van het planetaire vuur dat de aarde voortbracht als een van de bollen van de keten.
Horizontale
Gebruikt in de symbolen van de driehoek en het kruis. In een gelijkzijdige
Horoscoop
[Van Grieks
Het grafische overzicht dat voor een geboortehoroscoop wordt getekend voor het tijdstip waarop een kind is geboren, waaruit het karakter en lot van het kind kunnen worden afgelezen. De analogie tussen de posities van de hemellichamen en het karakter en lot van het kind kan worden afgeleid van theosofische beginselen en kan worden aangetoond door competente astrologen die hun deskundigheid hebben bewezen. Maar om goede nauwkeurige voorspellingen te kunnen doen moet een enorme hoeveelheid data worden gebruikt die normaal gesproken voor moderne astrologen nauwelijks verkrijgbaar is waaronder de invloeden van de vaste sterren en planeten die niet zichtbaar zijn voor het blote oog, naast de immense invloed van de omringende ruimte. Bovendien kunnen astrologen alleen de omstandigheden zien waaronder het pasgeboren kind leeft, maar zij kunnen niet inschatten wat de factoren zijn die voortvloeien uit het gebruik van de vrije wil en actieve intelligentie.
Horus
(Egyptisch) Ook
Egyptische god die wordt geassocieerd met de zonnegod Ra en in bepaalde opzichten gelijk is aan de Apollo van de Grieken en ook de doder van een slang is. Oorspronkelijk werd hij gezien als twee verschillende goden: Heru-ur (Aroeris of Haroiri, Horus de Oudere) en Heru-pa-khart (Harpocrates, Horus de Jongere of Horus het Kind). De oudere Horus werd beschreven als een gevleugelde bol of zonneschijf, terwijl de jongere Horus de zon voorstelde die elke ochtend werd herboren uit de wateren, zittend op een lotus. Maar later gingen de twee kenmerken op in één, waardoor nóg een verandering werd doorgevoerd: van de oorspronkelijke zelfgeboren god veranderde die in het mythologische aspect van een heilig kind dat werd aangetroffen in de triade Osiris-Isis-Horus — Vader-Moeder-Zoon. Wat aldus heeft geleid tot de talloze weergaven van Isis die het kindje Horus aan de borst heeft. Elk aspect van deze god werd op een andere manier voorgesteld, en toch lieten ze alle de god zien met de kop van een havik, de hiëroglief van Horus.
In het
Als we de definitie van het hoofd van de Egyptische goden van Plutarchus in gedachte houden zijn deze mythes veel beter te begrijpen. Bijvoorbeeld wanneer hij zegt: ‘Osiris stelt het begin en het beginsel voor; Isis, dat wat ontvangt; en Horus is de synthese van beide. Horus is door hen verwekt, is niet eeuwig noch onvergankelijk, maar, omdat hij altijd in ontwikkeling blijft, probeert hij door de wisselvalligheden van nabootsingen en door periodieke hartstochten [lijden] (jaarlijks opnieuw tot leven aan te zetten) en gaat zo verder, altijd jong, alsof hij nooit zou sterven.
Als Horus aldus de verpersoonlijkte stoffelijke wereld, Aroueris, voorstelt is hij als de ‘oudere Horus’ het ideële heelal en dit verklaart zijn uitspraak dat ‘hij was verwekt door Osiris en Isis toen deze nog in de boezem van hun moeder waren’ — het heelal. (TG 31)
En verder:
Hotri
(Sanskriet)
Een offeraar met vuur, of een verbrand offer, vandaar een offeraar, een priester. Zoals gebruikt in de
Dus deze zeven zijn de middelen tot bevrijding (vgl. TG 146).
Houen
(Chinees)
Het lagere deel van de menselijke ziel en komt overeen met kama. Het andere menselijke aspect is de
Houri’s
[Frans of Perzisch
Vrouwen met grote zwarte ogen in het grote wit worden in de Koran als prachtige maagden beschreven met een niet-vervagende jeugd en vrij van ziekte, die wachten op de toegewijde moslim in het paradijs. Elke moslim die in het paradijs komt krijgt 72 houri’s.
Houten
Een van de gereedschappen of tekenen van de Broederschap van Vrijmetselaars, misschien een overlevingsvorm van de swastika.
Hpho
(Tibetaans)
Het veranderen van plaats, het verplaatsen van het zelf. Vooral gebruikt bij de occulte uitoefening van de innerlijke kracht die iemand in staat stelt zijn bewustzijn naar elke gewenste plaats op aarde over te brengen, zelfs naar de hemellichamen, terwijl het fysieke lichaam in trance wordt achtergelaten. Dit occulte vermogen was goed bekend bij de Ouden en wordt zelfs tegenwoordig nog beoefend door hen die bekend zijn met de occulte wetten. In theosofische geschriften wordt het vaak de projectie van het mayavi-rupa genoemd.
Hpho-wa staat ook voor de kunst van de yogi om het bewustzijn van een individu actief te laten worden in het lichaam van een zojuist overleden mens.
Hrada
(Sanskriet)
Volgens een legende in de Purāṇa’s was er in de nacht van de tijd een oorlog tussen de goden en de asura’s of daitya’s, wezens die tegen rituelen en dogma’s waren, wat een goddelijk jaar duurde. Bij deze gelegenheid werden de goden verslagen door de daitya’s en aangevoerd door Hrada.
Hrishikesa
(Sanskriet)
Heer van de zintuigen. Gebruikt voor manas, dat wil zeggen, het mentale zintuig. Er zou een onderscheid moeten worden gemaakt tussen zintuigen en organen om gewaar te worden. Ook een van de namen van Kṛishṇa en van Vishṇu, met een nadrukkelijke verwijzing naar hun manasische kwaliteiten.
Hsi
(Chinees) [van
Blavatsky schrijft het als Si-dzang. De naam van Tibet.
Hsin
(Chinees)
Denken, hart. Filosofische term die werd gebruikt door de school van Ch’i (4de en 3de eeuw v. Chr.), die zijn leer
Hsing
(Chinees)
Gebruikt in de
Hu
(Welsh) Hu de machtige.
Uit de periode van Owen Glyndwr (1359 - 1415) tot aan die van Hendrik VII (1485 - 1509) van Engeland wordt Hu Gadarn voortdurend genoemd in gedichten en soms gezien als Jezus Christus. Uit de tijd van Owen Glyndwr stamt een hymne aan Hu:
Is Hu Gadarn
En hij is de grootste van de Groten.
Een atoom licht is zijn strijdwagen.
Hu leidde Cymry naar het eiland van de machtigen, met zijn span van verheven ossen trok hij de Afangc uit het Meer van Overstromingen waarmee hij de wereld van de verdrinkingsdood heeft gered. Deze verheven ossen, Nynnio en Peibio, waren eerder koningen van Engeland en Schotland, maar vanwege hun arrogantie en het claimen van het koningschap over de Melkweg, werden zij door Rhita Giaut, koning van Wales, afgezet en veranderd in ossen. Hu Gadarn zou ook het witte schild hebben gehad — wat in dit geval overeenkomt met het schild van Gyan van Perzië.
Er is geen verwijzing naar Hu in de
Hu’
(Hebreeuws)
Het voornaamwoord hij of het. Gebruikt in de Kabbalah om de macroprosopus of macrokosmos aan te duiden, omdat de macroprosopus niet zo bekend is dat die in de tweede persoon kan worden aangesproken en wordt dan in de derde persoon Hu’ genoemd.
Dat wat voortkomt uit
Huang
(Chinees) Ook
Grote geest. Volgens een legende vielen de zonen van de Grote Geest in de
Hugin
(IJslands) [van
Een van de twee raven die dagelijks over het slachtveld aarde (Vigridsslätten) vliegen en verslag doen aan Alvader Odin. Het woord
De andere raaf van Odin Munin (geheugen) is zijn onafscheidelijke metgezel. Beide zijn nodig voor de groei van bewustzijn dat zich ontwikkelt door de natuurrijken van de kleinere tot de grotere door middel van ervaring in de rijken van het leven.
Huizen
Ontvanger, schaal, vat, voertuig, halte.
De zichtbare planeten worden de huizen van de planetaire bestuurders genoemd. In de astrologie worden de tekens van de dierenriem de twaalf huizen genoemd: de zon en maan hebben elk één huis en de andere vijf planeten hebben elk twee huizen.
Hum
(Sanskriet)
Een mystieke lettergreep die als opmerking wordt ingelast of als uitroepteken in zinnen van heilige teksten, zoals mantra’s, wordt geplaatst. Hum is nauw verwant aan en vrijwel gelijk aan de heilige lettergrepen Om en Aum. In het vedische ritueel wordt Hum gebruikt voor het zingen van de Prastava (een voorspel) maar ook bij het zingen van de Pratihara (antwoord). Het is aanwezig in de welbekende Tibetaanse mystieke zin Om mani padme hum.
Huperouranioi
Ook
Boven de hemelen of in de hoogste hemel. De naam die door Plato, Proclus en andere Griekse filosofen werd gegeven aan de hoogste orde van hemelse wezens, zij die boven de enkosmioi (interkosmische goden) staan.
Hushang
(Perzisch) Ook
Tweede koning van de legendarische Pishdadi-dynastie die zijn grootvader Kaimurath had opgevolgd. In
Hij had een paard met twaalf benen dat was geboren uit een nijlpaard en een krokodil en vond het op een droog eiland (een nieuw continent) op een afstand van zeven maanden reizen. Het paard was het Perzische symbool voor de zon en als we een been vertalen als cyclus, hebben we twaalf goddelijke cycli of het totaal aan yuga’s — 12.000 goddelijke jaren, wat de lengte van het mazdeïsche Zervan daregho-hvadata is (de Soevereine Tijd van de lange periode). Bovendien is Hushang die zijn hengst besteeg de monade die zijn reis vervolgt over en door de twaalf huizen [van de dierenriem].
Hvergelmir
(IJslands) Ook
De brullende ketel. In Noorse mythen is het de bron die de derde wortel van de Yggdrasil (de Wereldboom) water geeft en reikt tot in Niflheim, het huis van de mist (nevels). Uit Hvergelmir stromen de drie keer twaalf plus één stromen van ijs van de gletsjers, de elivågar, die de verschillende vormen aan de levens van de natuurrijken geeft, elk in overeenstemming of passend bij het soort wezen dat die vorm moet bewonen en gebruiken.
Hwan
(Chinees) Geest.
Hwyl
(Welsh) Zeil.
Een zangmethode die werd gebruikt in Wales voor gedichten en retoriek. Het idee was dat de inspiratie de gesproken woorden een bepaalde vibratie en volume meegaf en voortdreef, waardoor het gezang een bijzondere geluidskwaliteit kreeg, zoals de wind de zeilen van een schip vult, laat opbollen en voortduwt.
Hyaden
[Van Grieks
De brengers van regen of dochters van de regen. De sterren in het hoofd van Taurus de stier, de helderste van hen is Aldebaran. De gebruikelijke van de Grieken en Romeinen geleende verklaring luidt, dat hun opkomst met de zon in mei regen voorspelt, maar zij wijzen ook op periodieke overstromingen (SD 2:785).
In de Griekse mythologie waren zij nymfen, de dochters van Atlas en Aethra en zussen van de Pleiaden, het Zevengesternte (M45), hun aantal varieerde van twee tot zeven. Zij werden aanbeden als verzorgsters van Zeus of Dionysos en als beloning voor deze dienst kregen zij een plaats aan de hemel als sterren.
Hydra
(Grieks)
Een waterslang, vrouwelijk, familie van de mannelijke hydros, het monster dat Hercules moest overwinnen als een van zijn twaalf werken. Zoals die werken duidelijk maken gaat het onder andere om de beproevingen van de ingewijde in de Mysteriën, de mythologische hydra symboliseert de psycho-astrale krachten die moeten worden overwonnen.
In evolutionaire stadia van het verleden, toen de eerste pogingen tot de ontwikkeling [van mens en dier] werden gedaan en de gebieden en toestanden van de stof niet waren zoals zij nu zijn, bestonden er vreemde monsters die eerst zuiver basaal astraal waren, toen astraal-fysiek en uiteindelijk fysiek, voordat zij uitstierven. Vandaar het idee dat de hydra was afgeleid van overleveringen of astrale visies van een of ander monsterachtig reptiel uit het mesozoïcum, wat een bij benadering intuïtieve waarneming van de feiten kan zijn geweest.
Hydranos
(Grieks) Doper.
De naam van de hiërofant van de oude Mysteriën die de kandidaat door de ‘beproeving met water’ liet gaan, waar hij driemaal in werd geworpen. Dit was zijn doop door de Heilige Geest die zich beweegt boven de wateren van de Ruimte. Paulus noemt Johannes
Hygeia
(Grieks) Ook
Gezondheid. Godin van gezondheid, dochter van Aesculapius, voorgesteld als een maagd die een slang voert met een beker — de slangt verwijst in het algemeen naar de vitale wegen of stromen van buddhi, vaak in de geschriften van de hindoes kundalini genoemd, die drinkt uit de beker van kennis. Ook bekend als de Romeinse Salus.
Hyksos
De herderkoningen van Egypte die dat Afrikaanse land ergens na het begin van de 13de dynastie vanuit het oosten binnenvielen en overwonnen. Onder Salatis maakten zij van Memphis hun hoofdstad en hun afstammelingen heersten 511 jaar over Egypte.
Volgens Josephus waren de Hyksos de voorouders van de Israëlieten. Dit zal ongetwijfeld waar zijn. (IU 2:487)
Hyle
(Grieks) Hout, materie, stof.
Oorspronkelijke materie zoals die zich als eerste manifesteert in en uit Chaos, maar toch nog niet gedifferentieerd is. De Moeder, een paar vormend met de geest als Vader. Een pythagoreïsch woord en volgens Plutarchus een van de lagere tetraktissen die bestaat uit
Hylo
Een filosofische beweging gesticht door dr. Robert Lewins, die populair was in de tijd toen
Hylozoïsme
[Van Grieks
Een woord dat is gebruikt door Ralph Cudworth (1617-88) in een theorie die stelt dat de stof of materie zijn eigen vitaliserende beginsel bevat.
Hyparxis
(Grieks) Essentiële of werkelijke natuur.
Neoplatonisch woord voor de top, het begin of de hiërarch van een hiërarchie:
Gelijk aan de eerste logos.
Hyperborea
[Van Grieks
In de Griekse mythologie is het het Hyperborische land. Het land van de Hyperboreërs die in het ontoegankelijke extreme noorden woonden, in gelukzaligheid en met een eeuwige lente, vrij van dood en ouderdom, arbeid en oorlog. Er wordt soms gezegd dat zes maanden lang de zon scheen en dat Phoebe (de zon) het gebied elk jaar opnieuw bezocht.
Hyperion
(Grieks) [Van
De zonnegod, bij Homerus verenigd met Helios, als Hyperion Helios of Helios Hyperion. Ook een titaan die is afgedaald van Ouranos en Gaia (hemel en aarde) die een paar vormt met Thea. Strikt genomen zijn de zonnegod en de titaan één, het onderscheid zit voornamelijk in hoe er vanuit de twee verschillende aspecten naar wordt gekeken.
Hypnose
[Van Grieks
Een langs onnatuurlijke weg opgeroepen slaap, een in trance gebrachte of een gepsychologiseerde toestand. Een beter woord voor de procedure is psychologiseren. Hypnose is slechts één aspect van dit algemene onderwerp waaronder fascinatie, meervoudige of dubbele persoonlijkheid, enkele vormen van religieuze extase en verschillende methoden van psychologische genezing kunnen worden begrepen. Al deze zaken werken in en op het belangrijke tussenliggende deel dat ligt tussen ons geestelijke en het fysiek-astrale zelf en gewoonlijk beïnvloedt dat het laatstgenoemde
Theosofie stelt dat mesmerisme niet hetzelfde is als hypnose. Bij hypnose wordt het tussenliggende deel van de gehypnotiseerde losgemaakt van zijn natuurlijke verbindingen met zijn fysieke en astrale lichaam en de controle over zichzelf ontzegd, waardoor hij ontvankelijk wordt voor andere invloeden. Dit proces is het omgekeerde van alle evolutionaire stromingen die zich in ieder wezen ontvouwen en zich manifesteren vanuit de bewuste centra in ons. Zo’n omkering is gevaarlijk en heeft grote gevolgen, geestelijk, mentaal, moreel, psychologisch en lichamelijk.
Bovendien brengt de hypnotiseur zichzelf in gevaar met zo’n diepgaande verbinding met het lagere denken en de gevoelens van zijn subject — waarvan de werkelijke
Het psychologiseren van een persoon om hem te genezen of hem af te helpen van een of andere slechte gewoonte is net zo schadelijk. Lichamelijke kwalen zijn niet anders dan reinigende processen van de innerlijke gebreken in denken en voelen die het stoffelijke gebied hebben bereikt en zo een weg uit het systeem vinden. Wat die karmische gebreken en zwakheden in het karakter betreft, zal de persoon die die wil beheersen door hypnose of door psychologiseren, niet meer dan een gunstige gelegenheid verliezen om zijn geestelijke wil te ontwikkelen, wat de enige manier is waarop een mens zijn lot (bewust) uitwerkt, danwel móet uitwerken. De schijnbare genezing volgens deze methoden van een ziekte of een zwakheid is niet anders dan dat deze naar binnen is gedrukt, ingedamd, en zal onvermijdelijk met toegenomen kracht terugkomen op een minder geschikt moment in de toekomst, in dit of in een volgend leven. Ook zelfhypnose of zelfpsychologisering kan een losmaking van de tussenliggende natuur van het onsterfelijke Zelf niet voorkomen. De gevolgen komen tevoorschijn als mentale ziekten die eindigen in een misdaad of als een lichamelijke kwaal, wat dan nog het minst erg is.
Suggestie kan twee kanten uitwerken: een goede of een kwade, de uitkomsten hangen af van het motief en van de gebruikte methode. Het bewuste en onbewuste gebruik uit eigenbelang komen we tegenwoordig helaas overal tegen. Bijvoorbeeld als onderdeel van het moderne onderwijs voor vakkundige topverkopers, dan zien we dat het een populaire methode is geworden die doordringt in zowel commerciële als professionele kringen. Maar suggestie heeft ook een positieve aantrekkingskracht voor de begrijpende en geestelijke wil van anderen, waarbij de betere natuur reageert op het goede voorbeeld, door onpersoonlijk onderricht en zuivere en behulpzame gedachten en gevoelens. Hypnose en andere soortgelijke praktijken zijn gevaarlijk omdat die zo vaak eindigen in zwarte magie of toverij.
Hypofyse
[Engels
De hypofyse is een kleine tweelobbige klier zonder kanaal die op de beenachtige vloer van de hersenen net boven het gehemelte ligt. Zijn naam dankt hij aan het
Hypostase
(Grieks) [van
De essentiële of wezenlijke natuur van een ding, de oorspronkelijke basis van een ding, los van welke eigenschap ook. In de Griekse filosofie wordt het woord gebruikt om te verwijzen naar de onderliggende basis of het oerbegin van wat is voortgekomen, en dat wat is voortgekomen werd het gedifferentieerde. Het werd ook gebruikt om te wijzen naar de figuren van de theologische drie-eenheid en de drie-eenheid van Vishṇu.
Hysterie
Deze nogal veranderlijke aandoening kan een functionele neurose worden genoemd met abnormale gewaarwordingen, emoties of spasmen, die hoofdzakelijk naar buiten treden door een emotionele instabiliteit en hoe gemakkelijk die wordt beïnvloed en leidt tot negatief en impulsief gedrag.
We zien een neiging om problemen te maken vanuit een opvallend egoïsme, een ongeremd verlangen om te kletsen, te fantaseren en te simuleren. Grillige veranderingen van gemoedstoestand en activiteit zijn voortdurend waarneembaar. Geen andere aandoening kan zoveel ziektes simuleren als
De theosofische verklaring voor hysterie is de bezetenheid door een astrale entiteit, die niet altijd een geëxcarneerd mens of een deels menselijke entiteit hoeft te zijn die door de persoon in kwestie op onnatuurlijke en zinloze manieren werkt. Het onbewuste van ieder mens omvat ook zijn verschillende vorige levens waarin hij of zij de neurotische tendensen kan hebben ontwikkeld die de schadelijke psychologische invloeden van dit moment aantrekt. Onder de verschillende soorten en kwaliteiten van astrale entiteiten waartegen een gezond lichaam en een gezond verstand bescherming bieden, behoren de elementaren die door een speciale soort (of soorten) van begeerten het subject domineren en tot slaaf maken. Er bevinden zich binnen die groep wezens bepaalde entiteiten die een intens verlangen hebben naar aandacht en egoïsme die de hysterische types zo vaak kenmerkt.